Windt Le Grand Leeuwenburgh Advocaten

Financiering en zekerheden in tijden van crises

U denkt bij de titel van deze bijdrage in eerste instantie waarschijnlijk aan de oplopende rentes en hogere risico-opslagen die de afgelopen maanden prominent in het economisch nieuws waren. Voor wie niet over een glazen bol beschikt, zijn de rente- en inflatieontwikkelingen, die in sterke mate zullen afhangen van geopolitieke ontwikkelingen en de (diepte en duur van) de mogelijk aanstaande recessie, feitelijk niet te voorspellen.

Voor andere – langjarige – ontwikkelingen, waarvan de invloed op de (bancaire) financieringsmarkt in de komende jaren nauwelijks kan worden overschat, lijkt soms minder aandacht te bestaan. Dat is ten onrechte: de gevolgen van beleid van de EU en de ECB op het bankenlandschap is al vijftien jaar groot en er zijn geen indicaties dat die invloed zal afnemen.

Dat beleid spitst zich recentelijk steeds meer toe op het ondersteunen van de klimaatdoelstellingen – de ECB rekent het tot haar taken ook klimaatverandering mee te wegen bij haar aankopen van (bedrijfs)obligaties en risicobeheersingsvraagstukken – maar ook de na de kredietcrisis ingezette operatie om de balansen van de Europese banken verder te versterken, speelt nog altijd een grote rol. Kredietbeslissingen van banken zullen in toenemende mate daardoor worden bepaald.

Beleid ten aanzien van noodlijdende kredieten

Ik zal in deze bijdrage kort stilstaan bij de gevolgen van de toegenomen aandacht van de EU voor noodlijdende kredieten, de zogenaamde non-performing loans (hierna: NPL’s). De gevolgen van de naar aanleiding daarvan ontwikkelde regelgeving beperken zich bepaald niet tot ondernemingen in financiële moeilijkheden.

Een krediet wordt als een NPL aangemerkt als er aanwijzingen zijn dat de kredietnemer niet aan zijn verplichtingen zal kunnen voldoen – of dat sinds een periode van 90 dagen daadwerkelijk het geval is. NPL’s zijn om twee redenen ingrijpend: in de eerste plaats ziet de bank een verlies op een verstrekt krediet één op één terug in het resultaat, maar – wat ingrijpender is – de bank is gehouden meer kapitaal aan te houden voor slechte leningen dan voor goede leningen, zodat slechte leningen banken fors beperken in hun mogelijkheden tot het uitzetten van nieuwe kredieten en dus hun verdienvermogen aantasten. De specifieke NPL-regels maken dat de bank – behalve voorziening in het kader van het te verwachten verlies – zelfs kapitaal moet aanhouden voor het gedeelte van het slechte krediet dat de bank wél verwacht te kunnen verhalen (de zogenaamde prudential backstop). Kortom: slechte kredieten zijn voor de bank, door de NPL-regel, nog duurder geworden dan ze al waren.

Praktische consequenties

Waar leidt dat in de praktijk toe? In de eerste plaats tot verder toenemende monitoring. Banken moeten de leningen die ze hebben verstrekt nauwgezet volgen en in een vroeg stadium vaststellen welke leningen mogelijk verworden tot NPL’s, hetgeen een van de verklaringen is dat alle kredietnemers te maken krijgen met toenemende informatieverplichtingen ten opzichte van hun bancaire financiers. Dat geldt dus beslist niet alleen voor de General Counsel of de CFO van ondernemingen in zwaar weer.  

In de tweede plaats leidt het tot een afgenomen risicobereidheid bij de banken, wat zich niet alleen kan uiten in het (versneld) afscheid nemen van bestaande kredietnemers en overgaan tot bijvoorbeeld versnelde uitwinning van de zekerheden, maar ook, aan de voorkant, in het vermijden van bepaalde kredieten of sectoren die banken bij voorkeur niet ‘in hun boeken’ hebben. Daarbij is van belang dat het kapitaalsbeslag onder de NPL-regels toeneemt naarmate een krediet langer als ‘NPL’ moet worden geoormerkt. Er is dus een sterke prikkel tot snel afscheid nemen en tot het beperkt houden van de omvang van de NPL-portefeuille.

Dat geeft een impuls aan de ‘’secundaire markt’’, waarbij banken leningportefeuilles verkopen aan niet-banken. De overdracht van die leningen kan belangrijke gevolgen hebben voor de kredietnemer die met een nieuwe crediteur wordt geconfronteerd: de (bijzondere) zorgplicht van de bank ten opzichte van de kredietnemer, gaat niet zonder meer over op de koper (niet zijnde een bank). Wel kan, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, op de niet-bank op grond van de redelijkheid en billijkheid een zelfstandige zorgplicht komen te rusten, aldus de Hoge Raad in het Promontaria-arrest. Het valt te bezien hoe nieuwe financiers hiermee omgaan, met name als opeisingsgronden in beeld komen en een bank op bijzonder beheer zou overschakelen. Ook hangt er meer papierwerk boven de markt omdat de regelgeving voorziet in standaardformulieren die banken moeten aanleveren bij verkoop van leningen.

In de derde plaats worden de rekensommen voor de bank, wanneer verlies moet worden genomen, door de regelgeving beïnvloed: niet altijd zal de verwachte (zekerheden)opbrengst bij uitwinning maatgevend zijn. Opmerkelijk genoeg blijven NPL’s die zijn afgeboekt namelijk doorwerken in de kapitaalseisen. Dat biedt nieuwe mogelijkheden voor verstrekkers van nieuw eigen of vreemd vermogen in crisissituaties, die, de zittende bank kunnen (laten) uitnemen met een grotere korting dan tot de boekhoudkundige voorziening. De vrijval van de prudential backstop is namelijk ook een discount waard.

Conclusie

Naar verwachting zal de toegang tot bancair krediet niet eenvoudiger worden en zijn de verwachte financieringskosten hoger. Daarnaast zal de NPL-regelgeving een impuls vormen voor alternatieve financiering en extra kansen kunnen bieden voor kredietgevers die niet onder het bankentoezicht vallen. Het ligt in de lijn der verwachting dat het marktaandeel van (in de regel: kostbaardere) niet-bancaire financiers verder zal toenemen. 

De NPL-aanpak zal leiden tot de beoogde verdere versterking van de balansen van de Europese banken – en dus meer schokbestendigheid van het bancaire stelsel. Daarnaast zijn van de NPL-regelgeving op langere termijn economische voordelen te verwachten, omdat via de banken het zelfreinigend vermogen van de Europese economie wordt bevorderd: de beschikbare bancaire kredietruimte zal in toenemende mate worden ingezet ten behoeve van bedrijven en sectoren die bijdragen aan groei en innovatie en in mindere mate worden opgeslokt door slechte kredieten (‘zombiebedrijven’). Dat lijkt mij een goede zaak, zeker nadat de ruime corona- en energiesteunpakketten nu juist soms tot onbedoeld gevolg hebben gehad dat normale economische mechanismes zijn verstoord.

Over dit bericht

Plaatsingsdatum: 14 februari 2023
Gepubliceerd op: www.generalcounsel.nl

Ook interessant